Tijdens het schrijven van de blog Kleuters effectief leren judoën, begon ik aan een alinea over huilende kleuters/jonge kinderen. Dat werd zo’n lang stuk dat ik besloot er een losse blog over te schrijven. Dus hieronder wat uitleg over huilbuien van kleuters die ik in de lessen heb meegemaakt en hoe je daar mee om kan gaan.
Tranen met tuiten of valt het wel mee?
Tja, dat zal toch echt met regelmaat gebeuren en om een flinke diversiteit aan redenen. Wanneer een kind pijn voelt is het redelijk logisch als er gehuild wordt, maar in deze leeftijdscategorie kan er echt van alles aan de hand zijn (of niet) waarom een kind huilt.
Redenen die ik ben tegen gekomen:
- Pijn door de ander (botsing, knijpen, pletten etc.).
- Pijn door zichzelf (botsing, zwikken, oud wondje etc.).
- Schrik (botsen, nieuw soort pijn of ander gevoel wat ze niet kennen).
- Iets heel spannend vinden.
- Moe zijn.
- Zin niet krijgen. Met spel of oefening. Huilen kan dan een manier van doordrammen zijn.
- Moet oefening doen met iemand waar ze niet mee willen oefenen/spelen.
- De opdracht doen, maar (nog) niet het onderscheid kunnen maken tussen een spel en het echte leven. “Hij pakt het van mij af!” roepen terwijl dat de bedoeling van de oefening is. Gebruik ‘Pak het af, zonder straf’ van Yos Lotens
- Het missen van of willen gaan naar ouder/broer/zus/iemand anders.
- Reden die niet bij judo hoort, ofwel een kleuter die voor je gevoel “zomaar” begint met huilen. Met een gesprekje kom je er vaak wel achter wat er speelt en is het er over hebben vaak genoeg dat het kind weer meedoet. Kan iets zijn wat thuis of op school is gebeurt en ze er op dat moment aan moeten denken. Kan iets kleins zijn zoals het ontbijt wat niet favoriet was.
En dan vergeet ik vast nog wat redenen.
Wat kan je doen als een kleuter huilt tijdens de judoles?
- Erken het gevoel wat ze hebben, daarna gaan we relativeren, wat is er precies gebeurd en kunnen we er wat aan doen?
- “Ik zie dat je verdrietig bent, waar komt dat door?”
- (wanneer ze te hard huilen) “Laten we eerst eens diep ademhalen in en uit, goed zo.”
- “Kan je mij nu vertellen wat er aan de hand is?”
- als ik heb gezien wat er is gebeurd probeer ik het kind zelf te laten vertellen wat er aan de hand is, dat kunnen ze best goed én het kan zijn dat wat ik heb gezien niet de reden is waarom ze huilen. **
- “Kan je vertellen wat er is gebeurd?”
- “Ik zag dit gebeuren, heb je daarom tranen?”
- als ik niet heb gezien wat er is gebeurd vraag ik wat er aan de hand is, soms kan het maatje of een ander kind ook vertellen wat er is gebeurd. Zeker als een judoka pijn heeft (en dat de reden is dat ze huilen). Vraag vervolgens aan het kind wat huilt of dat klopt.
- als het duidelijk is dat het door schrik komt (wat heel vaak zo is), helpt het maken van een grapje of over iets heel anders te beginnen. Zo haal je de focus weg van de schrik en vergeten ze vrij snel waarom ze eigenlijk huilden. Helpt dat niet? Dan is er vaak meer aan de hand.
- Wat ook helpt is het houden van een kort gesprekje met de judoka aan te gaan om te horen waar ze last van hebben, kleuters hebben nog niet alle handvatten om zichzelf goed te kunnen verwoorden/uiten. Vaak moet je ze hierbij helpen. Met het stellen van ja-nee vragen kom je vaak wel tot de kern. Of ze geven je het antwoord zelf als ze niet de goede vraag stelt.
- “Heb je ergens pijn?” met “Kan je dat aanwijzen?”
- “Ben je misschien moe?”
- “Vind je het misschien spannend?”
- Als ze zo ver in hun verdriet zitten kan het wel eens helpen om ze een eigen plekje te geven waar ze tot rust kunnen komen, dan krijgen ze even pauze, of ze een tijdje bij je te houden. Jij bent dan hun veilige plek. Door ze in hun waarden te laten en ze misschien wel als hulpje te gebruiken zullen ze een andere focus krijgen en hun tranen kunnen omzetten in lachen. Kleuters kunnen vaak meer dan wij denken en vinden het prachtig om te mogen helpen.
- “Wil je misschien een korte pauze? Dan kan je even bijkomen?”
- Als ze dat niet willen en je hebt de mogelijkheid: “Je mag mij wel even helpen, kom dan gaan we bij dat tweetal kijken.” of “Je mag (naam assistent) wel helpen, dit is je taak […]”
- In het uiterste geval dat ik het kind niet stil of rustig krijg is vaak een ouder/verzorger in de buurt. Ook fijn als je een assistent hebt die je les kan overpakken of de verdrietige judoka kan proberen te troosten.
Kortom
Behandel het kind niet direct alsof ze zielig zijn, erken hun gevoel en laat ze hun verhaal doen. Probeer tot de kern te komen en help ze relativeren. Dat gaat bij de een makkelijker dan bij de ander en soms hebben ze een paar keer dezelfde ervaring nodig om te leren dat tranen niet nodig hoeven te zijn. Dat is per persoon verschillend.